Daniel Court: Kalmte en stilte

Photo by Aleks Talve

Daniel Court is een in Finland gevestigde fotograaf wiens doorlopende serie ‘By The Water’s Edge’ zal worden tentoongesteld in Galleria Rajatila in Tampere, Finland. De reeks documenteert de connectie van de Finse cultuur met de natuur, met name aan de hand van wildzwemmen. De portretten leggen een rustige en kalme intimiteit vast, alsof je een comfortabele stilte deelt. 

Ik ontdekte Courts werk via zijn serie ‘The Place Of No Crows’ (prachtige naam), over plattelandsgemeenschappen en ontvolking in Bulgarije. Iets aan concepten als ontvolking en verdwijnende gemeenschappen spreekt me heel erg aan, ik weet niet precies waarom. Hoe meer ik naar deze foto’s kijk, hoe meer de woorden ‘het leven gaat door’ blijven hangen; er blijft leven, zelfs terwijl het verdwijnt. De foto’s voelen melancholisch, maar ook teder en vastberaden.

 

‘By The Water’s Edge’ gaat het onderwerp zijn van een tentoonstelling, en je gaat ook een boek van de reeks produceren. Hoe is het om door alle foto’s heen te gaan die je de afgelopen jaren voor dit project hebt genomen? Zaten er foto’s tussen die je verrasten, of favorieten die je helaas moest schrappen?

Het is absoluut nog een doorlopend project. Ik weet niet zeker wanneer het afgerond zal zijn – zolang ik het proces nog leuk vind en het gevoel heb dat er meer is om te verkennen, blijf ik doorgaan. Het kwam tot stand op een hele organische manier. Nadat ik naar Finland was verhuisd, werd ik heel erg aangetrokken door hoeveel tijd mensen buiten doorbrengen – zwemmen, sauna’s en jezelf in de natuur begeven. Ik ging zelf ook regelmatig zwemmen en begon toen mijn vrienden en partner te fotograferen tijdens het zwemmen. Op den duur realiseerde ik me dat hier misschien een groter project in schuilde, en begon ik het meer doelbewust te benaderen door shoots voor te bereiden en na te denken over de structuur. 

Ik ben nu al meer dan twee jaar de portretten aan het schieten, en ik edit meestal terwijl ik bezig ben, dus ik heb nog geen moment gehad waarop ik ben gaan zitten om door het hele project heen te gaan. Het idee van een “boek” is misschien een beetje misleidend – het is meer een zine of een handgemaakt werk, iets bescheidens dat een inkijk biedt in het project op dit moment. Ik vind het een leuk idee om verschillende kleinere, tastbare boekjes te maken terwijl het project zich blijft ontwikkelen. Helaas heb ik dit voorjaar niet de subsidie gekregen waarop ik had gehoopt, dus het drukken staat momenteel stil terwijl ik de financiering heroverweeg. 

De voornaamste verrassing is waarschijnlijk hoe lastig ik het vind om tevreden te zijn met wat ik heb gemaakt. Ik heb vaak het gevoel dat ik het opnieuw en beter moet doen, om iets anders vast te leggen dat ik nog niet helemaal heb. Het is niet zozeer een kwestie van ‘lievelingen’ schrappen en meer het gevoel dat ik nog niet helemaal ben gekomen tot het beeld dat ik wil. 

 

Dat de foto’s in zwart-wit waren, gaf het project voor mij een melancholisch gevoel. Waarom besloot je om in zwart-wit te schieten in plaats van kleur?

Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot zwart-wit. Ik heb mezelf heel lang gepusht om in kleur te werken, omdat ik dacht dat ik dat moest doen, maar er was nooit echt een klik. Maar voor dit project voelde zwart-wit gewoon precies goed. Het brengt een kalmte en stilte over die weerspiegelt hoe ik me voel als ik in Finland aan het zwemmen ben. 

Ik blijf ook op film fotograferen, en ik denk dat dat bijdraagt aan dat gevoel, maar het is ook een persoonlijk iets over de ervaring van fotografie. Het is een manier om weg te stappen van schermen en de digitale wereld. Het proces analoog houden helpt met het behouden van dat gevoel van traagheid en aanwezigheid. 

 

Je bent in 2016 naar Finland verhuisd, en je projecten ‘By The Water’s Edge’ en ‘In These Landscapes, The Eye Can Rest’ leggen allebei het land en de cultuur vast. Welke rol heeft fotografie gespeeld in je aanpassen aan de Finse cultuur?

Fotografie heeft een centrale rol gespeeld in hoe ik mijn leven hier heb kunnen verwerken en begrijpen. ‘In These Landscapes’ was een vroege poging om me met Finland te verbinden aan de hand van het platteland en het fenomeen van plattelandsbevolking. Uiteindelijk voelde ik me echter te veel een buitenstaander. De taalbarrière was te groot, en ik vond het moeilijk om mijn bedoelingen uit te leggen. Ik begon ze ook zelf te betwijfelen. Het project liep op den duur vast en is slechts één keer tentoongesteld. 

Aan de andere kant kwam ‘By The Water’s Edge’ heel natuurlijk voort uit mijn eigen ervaringen. Zwemmen werd een belangrijk onderdeel van mijn leven in Finland – het hielp me met aanpassen en een gemeenschap vinden. Dus dit project is echt een persoonlijke weerspiegeling van mijn ervaring, niet gewoon een documentaire. Het kwam voort uit mijn eigen omgeving fotograferen en breidde zich geleidelijk uit, maar voelde altijd gegrond in iets heel oprechts.

 

Je project ‘The Place of No Crows’ richt zich op de verdwijnende plattelandsgemeenschappen van Bulgarije. Ik vind de gelaagdheid van het project heel mooi, en de naam ook. Wat betekent de naam, en waarom sprak die je zo aan?

Dank je! Ik ben ook erg blij met de naam. Ik was met een tolk door Bulgarije aan het reizen, op zoek naar een specifiek dorpje. We stopten om een oude man de weg te vragen, en hij wees naar de verte en zei iets in het Bulgaars dat mijn gids vertaalde, ongeveer, als “de plek van geen kraaien” of “de plek waar geen kraaien heengaan.” Mijn gids was niet bekend met het gezegde – het was geen gezegde dat hij herkende of eerder had gehoord – maar we interpreteerden het als een plek die zo verlaten was, dat zelfs de kraaien er niet naartoe zouden vliegen. 

Ik werd er meteen door geraakt. Het wist voor mij perfect de verlatenheid van deze plekken te vangen op een poëtische, ietwat surrealistische wijze. Ik wist onmiddellijk dat dat de titel zou worden. 

 

Heb je specifieke manieren om de lokale bevolking te benaderen wanneer je gebieden zoals het Bulgaars platteland documenteert, waar mensen misschien niet zo goed Engels spreken? 

Ik vond de mensen in Bulgarije ongelooflijk gastvrij. Ik kan me niet herinneren dat iemand onvriendelijk was of weigerde gefotografeerd te worden. Vaak deden mensen veel moeite om me te helpen. Er was bijvoorbeeld een man die de hele dag bezig is geweest om mij toegang te geven tot een lokale school tijdens de vakantie – zijn hele familie was erbij betrokken, allemaal hard op zoek naar de juiste sleutel. 

Er was een echte hartelijkheid en nieuwsgierigheid naar wat ik deed, zelfs wanneer mensen met melancholie of nostalgie over hun leven vertelden. Natuurlijk denk ik dat het hielp dat ik een tolk had, maar mensen waren meestal bereid om mee te werken ook als ze niet volledig begrepen waar ik mee bezig was. Ze zagen dat ik geïnteresseerd was in iets wat zij belangrijk vonden, en dat was voldoende.  

Om het opnieuw over namen te hebben: in eerdere artikelen wordt naar ‘By The Water’s Edge’ verwezen als ‘Watersong’. Waarom koos je om de naam te veranderen? En wat is in het algemeen je benadering voor de benaming van je projecten?

Ik vind projectnamen altijd lastig, maar ze kunnen heel erg helpen met de richting van een project vinden, dus ik moet het gevoel hebben dat ze kloppen. Meestal begin ik met een placeholder, iets dat goed genoeg voelt maar verandert naarmate het project zich ontwikkelt. 

Dit project een naam geven was bijzonder lastig. ‘Watersong’ kwam van Waterlog van Roger Deakins, een boek dat ik jaren geleden heb gelezen over wildzwemmen in het Verenigd Koninkrijk. Dat boek maakte een enorme indruk op mij, en het woord ‘Watersong’ verscheen van daaruit in mijn hoofd. Maar het voelde nooit helemaal goed – het was misschien te lyrisch of poëtisch en zei of impliceerde niks betekenisvols. 

De naam ‘By The Water’s Edge’ kwam uiteindelijk van de laatste woorden van een zin uit een ander boek – ik denk dat het Silent Spring van Rachel Carson was, al weet ik dat niet meer zeker. Toen ik de woorden las, klikte het gewoon – het voelde een beetje idiomatisch, zoals ‘The Place of No Crows’. Het had ook een stilte die het werk zelf reflecteert. 

 

Na het behalen van je bachelordiploma in 2012 werkte je voor een aantal culturele instituten, waaronder Getty Images Gallery in Londen en Helsinki Art Museum. Heeft werken voor deze organisaties een invloed gehad op je werk?

Absoluut – werken bij Getty Images Gallery was een enorm onderdeel van mijn leerproces. Ik was enthousiast over fotografie toen ik begon, maar ik kon niet zeggen dat ik er een grondige achtergrond of kennis van had. De galerij werkte nauw samen met The Hulton Archive, dat onder andere een uitzonderlijke collectie bezit van 20e eeuwse Britse persfotografie – van Picture Post- en The Daily Express-archieven tot Herbert Pontings beelden van de British Antarctic Expedition 1910-1913. Ik werd constant blootgesteld aan een ongelooflijk scala aan werken. 

Er was daar ook een donkere kamer, en ik leerde zo veel van de fotoprinters – hoe om te gaan met negatieven, hoe je tonen moet inschatten, hoe echt naar een beeld te kijken. Het gaf me een diepe waardering voor de kunst van filmfotografie. Ik kreeg ook de kans om veel fantastische fotografen te ontmoeten en assisteren – Michael Putland bijvoorbeeld, hij leerde me een hoop over portretfotografie en het belang van communicatie, van mensen zich comfortabel laten voelen voor een camera. Als ik erop terugkijk, weet ik zeker dat die ervaring heeft beïnvloed hoe ik nu mijn werk benader. 

 

Meer Daniel Court:

Interview over ‘By The Water’s Edge’
Booooooom artikel over ‘The Place of No Crows’
Website