Adeline Care: Een poëtische cartografie

Adeline Care is een fotograaf en regisseur die haar tijd verdeelt tussen Parijs en de heuvels en bomen van de Dordogne. In haar projecten legt Care de landschappen zo gedetailleerd, levendig en tastbaar vast dat diepere betekenissen en geschiedenis zich onthullen. De landschappen zijn geen passieve omgeving voor ons om te bewonen, het zijn personages die leven en ademen met of zonder ons. 

Maar het zijn niet alleen de landschappen; je hebt ook nog haar prachtige Technicolor-achtige experimenten en haar schitterende portretten, die allemaal op een andere manier iets ongrijpbaars weten te vangen. Zo veel om te ontdekken, en zo veel om te onthullen. 

Ontzettend bedankt dat je je werk met mij wilt bespreken! Als ik projecten zie als ‘Mineral Cloud’, ‘Minas Sangre’ en ‘Aithô, Je Brûle’, vind ik indrukwekkend hoe voelbaar elk beeld is, met zoveel aandacht voor de persoonlijkheid en de textuur van het landschap. Hoe heb je geleerd om op deze manier naar een landschap te kijken?

Ik ben opgegroeid in een klein dorpje omgeven door bossen en rivieren. Toen ik als tiener begon met foto’s maken, dwaalde ik vaak in mijn eentje rond met mijn eerste camera, volledig betoverd door de natuur – die voelde altijd aanwezig, bijna als een personage op zichzelf. Steeds meer werd ik aangetrokken tot minerale en groene texturen. Ik wil dat kijkers via mijn beelden het oppervlak van het landschap bijna kunnen voelen. 

Op je Instagram omschreef je ‘Minas Sangre’ als “landscape trauma”. Waar zijn de foto’s van dit project genomen, en wat betekent landscape trauma precies?

De ondertitel “landscape trauma” was geïnspireerd op een van de laatste scènes van Memoria van Apichatpong Weerasethakul. Er is een heel ontroerend moment waarop de hoofdpersoon luistert naar de grond en het geheugen van gebeurtenissen uit het verleden hoort nagalmen, alsof de aarde zelf pijn vasthoudt en onzichtbare wonden blijven echoën. 

Toen ik door het zuiden van Spanje reisde, trof ik grote, open wonden in het land aan, enorme littekens van mijnbouw, onnatuurlijk rode rivieren en uitgeholde heuvels. Het deed me meteen denken aan die scène. Ik zag hoe de grond daar ook leek te lijden. Het was een plek gevormd door menselijke machines, industrie, onttrekking, en toch, ondanks dit alles, groeide de natuur op de een of andere manier weer terug. Het voelde zowel tragisch als weerbaar. Dat bedoelde ik met “landscape trauma”: land dat de herinnering vasthoudt, als een levend lichaam.  

Het heeft iets hoopvols om je werk over verdwijning te zien naast portretten van het onder-19 vrouwenteam van Paris Saint-Germain. Dit project lijkt heel anders dan je andere werk. Hoe is deze samenwerking ontstaan, en wat was je benadering voor deze foto’s?

Dit kwam tot stand via Studio Artera, een bureau waar ik mee werk dat vaak samenwerkt met merken. Aangezien het een ‘carte blanche’-project was, wist ik meteen dat ik het PSG onder-19 vrouwenteam wilde fotograferen. Ik wilde graag hun kracht en verbondenheid vastleggen, en de gelaagdheid van hun identiteit als jonge atleten. Oorspronkelijk had ik me voorbereid op warm licht en de tinten van zonsondergang, maar het bewolkte weer versterkte onverwachts de stemming van de portretten. 

‘Marseille, Tempête!’ legt beelden van plezier aan zee vast, vlak voor een storm. Wat bracht je naar Marseille? En in het algemeen, hoe besluit je een bepaalde plek te fotograferen?

Een van mijn favoriete onderdelen van fotografie is locaties scouten. Soms is het puur geluk, maar ik ben vaak uren bezig met online onderzoek doen naar ongebruikelijke landschappen of natuurlijke fenomenen, en stel zo lijsten samen van plekken die ik wil bezoeken, meestal in Frankrijk of nabijgelegen landen. Wanneer ik daar eenmaal ben, loop ik veel rond om verschillende uitzichtpunten te ontdekken. Ik breng plekken graag visueel in kaart, en creëer zo een soort poëtische cartografie die hun magisch realisme onthuld. 

Marseille is altijd een van die steden geweest die me terug blijft roepen. De rauwe energie en het contrast tussen zee en beton maken de stad zo visueel rijk en onvoorspelbaar. Deze serie begon best wel spontaan: ik was toevallig aan de kust vlak voordat een zware storm opstak, en de kleuren en het licht waren onwerkelijk. Toen ik de foto’s ontwikkelde, wist ik dat ik Marseille verder wilde verkennen tijdens stormachtig weer, om die combinatie van urgentie en sierlijkheid die ik toen voelde na te jagen. Het is een doorlopend project, en ik hou nu regelmatig de weersvoorspelling in de gaten zodat ik kan terugkeren als het gaat stormen. 

Het project ‘Liquid Time’ lijkt meer experimenteel in het gebruik van kleur en contrast. Wat was de gedachtegang achter dit project, en wat betekent de naam ‘Liquid Time’ voor jou?

‘Liquid Time’ ontstond tijdens de lockdown. Ik had het geluk om met vrienden opgesloten te zitten op een plek vlakbij de natuur, en zoals veel van ons, voelde ik tijd merkwaardig elastisch worden. Het was een zeldzaam moment om het wat rustiger aan te doen en vrijer te gaan experimenteren. Mijn vriendin Laurie hielp me met reflecteren op dit idee van tijd als iets dat vloeibaar en kneedbaar is. Door de ruimte die ik kreeg om meer met licht te werken, portretten op nieuwe manieren te verkennen, en experimenten te omarmen, werd deze serie voor mij een omslagpunt.  

In een interview met het GOBELINS Alumni platform geef je als advies niet te aarzelen om fouten te maken, omdat je dan het meeste leert. Zou je meer kunnen vertellen over een specifieke fout waar jij veel van hebt geleerd?

Ik leer iets na ongeveer elke shoot, of dat nou van fouten komt of simpelweg realiseren wat ik zou kunnen verbeteren. Dat zou belichting kunnen zijn, compositie, directie, of gewoon mensen zich comfortabeler doen voelen voor de camera, wat voor velen een kwetsbare ervaring kan zijn. 

En qua specifieke fouten, aangezien we het hadden over ‘Liquid Time’ en experimenteren: ik was Laura aan het fotograferen van achter een vuur dat net was gedoofd. In mijn haast om de fotorol te vervangen, opende ik per ongeluk de camera voordat de filmrol volledig was teruggespoeld. Ik was enorm van slag, omdat ik dacht dat de foto’s verpest waren. Maar toen ik ze ontwikkelde, kwam ik erachter dat sommige beelden recht boven het vuur waren gebrand, waardoor een spookachtig effect ontstond dat ik nooit had kunnen plannen. Hiervan leerde ik om rustiger aan te doen, en werd ik eraan herinnerd dat fouten soms tot onverwachte magie kunnen leiden. 

In datzelfde interview noem je de films van Apichatpong Weerasethakul en Werner Herzog als grote inspiratiebronnen. Wat vind je zo inspirerend aan hun werken?

Apichatpong Weerasethakul is enorm inspirerend in de manier waarop hij verhalen en droomachtige vertellingen creëert met minimale middelen. Wat me bij Werner Herzog het meeste raakt is hoe de natuur nooit gewoon een achtergrond is in zijn films; het is een kracht op zichzelf. Er ontstaat het gevoel dat de jungle, de vulkaan, het landschap zelf alles zijn pad kan opslokken. Ik word ook ontzettend geïnspireerd door fotograaf Graciela Iturbide en de kracht van haar portretten. Ik had het geluk een tentoonstelling te bezoeken van haar analoge prints, en sindsdien staan die in mijn geheugen gegrift.

Meer Adeline Care:

Studio Artera biografie
Tentoonstelling Aithô, Je Brûle
Website