Er is een specifieke strip van Jordan Bolton, genaamd ‘Science Fiction’, waar ik vaak aan moet denken. De twaalf panels vertellen een kort verhaal over onze relatie met het heden, en hoe de toekomst zich verhoudt tot het verleden, en over betekenis vinden in dingen die we voor lief nemen. Maar het zijn ook gewoon twee mensen die kletsen terwijl ze stenen over het water keilen. Alles is aan alles verbonden.
Boltons werk heeft een meditatieve kwaliteit en zou waarschijnlijk een uitstekend geneesmiddel zijn voor main character syndrome; het laat je de dingen en mensen om je heen opmerken, nadenken over hun verhalen en ervaringen en reflecteren op je eigen leven.
Je carrière als schrijver begon oorspronkelijk toen je een idee had voor een film en aan het scenario ging werken. Dit lijkt me een enorm project om mee te beginnen. Wat zette je aan om zo in het diepe te springen?
Ik had zo’n zes jaar als grafisch ontwerper gewerkt, tot 2020. De meeste van mijn inkomsten kwamen uit opdrachten. Tijdens 2020 merkte ik dat ik een stuk minder opdrachten binnenkreeg dan normaal – wat ik aan covid wijtte – en ging ervanuit dat alles in 2021 vanzelf weer zou gaan lopen. De vrije tijd gebruikte ik dus om een film te schrijven, iets wat ik altijd al wilde doen maar nooit tijd voor had. Zo was ik in 2020 vooral bezig met schrijven en merkte ik hoe leuk ik dat vond. In 2021 kwamen de opdrachten niet terug zoals ik had gehoopt, dus moest ik iets anders vinden, maar ik had geen tijd om het scenario af te schrijven en daarna te pitchen om geld te verdienen Op dat moment had ik een redelijk populaire Etsy-pagina en zo’n 18.000 volgers op Instagram, dus probeerde ik iets te bedenken wat ik op die platforms kon doen. Dat is hoe ik op het idee kwam om een reeks aan strips te schrijven, genaamd ‘Scenes From Imagined Films’, die ik online kon delen en via Etsy als prints of zines kon verkopen.
Je hebt gezegd dat toen je werd opgemerkt met de serie ‘Objects’ en ‘Room’, je geen echte teken- of schildervaardigheden had. Nogmaals, over in het diepe springen gesproken, hoe kom je van “geen echte vaardigheden” tot het maken van de strips die je nu maakt?
Kort gezegd kreeg ik een telefoon met een camera. Dit was rond 2013. Ik had nog nooit echt een foto genomen, en ik werd een beetje geobsedeerd met foto’s nemen en dingen filmen om me heen. Dit is toen ik posters begon te maken voor lokale evenementen in Manchester door voorwerpen te ordenen en daar foto’s van te maken. Ik had dus niet echt artistieke vaardigheden nodig qua dingen namaken, ik kon gewoon een slordige schets maken, daarna de voorwerpen bij elkaar zetten en daar een foto van maken. De foto was dan de uiteindelijke poster.
Je werk richt zich op de alledaagse details van het leven – buschauffeurs, andere mensen in de supermarkt, kleine uitingen van liefde voor de mensen om ons heen – en gebruikt die om betekenis te vinden of uit te zoomen, soms tot een kosmisch niveau. Is deze manier van denken en verbindingen vinden makkelijk om uit te zetten?
Ik denk dat ik dat al deed voordat ik begon met schrijven. Het komt waarschijnlijk voort uit de telefoon met camera krijgen. Toen ik die had, begon ik alles om me heen vast te leggen, en dat waren natuurlijk hele alledaagse dingen. Ik begon me destijds ook te verdiepen in het werk van William Eggleston en Stephen Shore, dat zich vaak richt op het vinden van schoonheid in doodgewone dingen.
Bij het lezen van je strips moet ik veel denken aan een citaat van een oud-docent, die vaak zei “poëzie is heel veel wit”; zoveel ervan draait om wat je weglaat. Hoe ziet je schrijfproces eruit? En hoeveel daarvan draait om meer en meer weghalen?
Ik hou ervan als in films of boeken ergens naar wordt gehint, maar het niet volledig wordt uitgelegd. Het voelt dan minder alsof je een verhaal wordt verteld, en meer alsof je een getuige bent van hoe iets zich afspeelt, want dat is hoe het leven is. Hetzelfde geldt voor schilderijen of foto’s: als er iets ontbreekt of enigszins is afgesneden aan de rand van het frame, voelt het op de een of andere manier meer echt en geleefd. Soms teken ik bijvoorbeeld een panel met een auto, en als ik de hele auto van de zijkant teken lijkt het gewoon alsof ik je een auto presenteer. Maar als ik een deel van de auto weglaat, voelt het opeens alsof je naar een auto kijkt, omdat je weet dat er iets buiten beeld is wat je niet ziet.
Je hebt Chris Ware genoemd als een grote inspiratie voor je werk. Hoe heb je zijn werk ontdekt?
Ik denk dat ik ‘Jimmy Corrigan’ ontdekte dankzij een van die online ‘Beste Boeken Ooit’-lijsten. Ik had nog nooit een stripboek gelezen en kende niemand die dat wel deed, dus toen ik een paar passages las, voelde het zo vreemd om een strip te zien die niet gewoon om grappen of superhelden draaide. Dus toen las ik het hele boek en stond ik versteld van hoe creatief het was. Toen las ik ‘Building Stories’ en het is dat boek dat volledig veranderde hoe ik dacht over verhalen en schrijven, wat aansluit op wat ik eerder zei over verhalen die gefragmenteerd zijn: je krijgt slechts fragmenten uit het leven van een vrouw, en toch voelt het zoveel echter dan als je een complete autobiografie van haar zou lezen. Het is zoals wanneer je iemand leert kennen, dan krijg je niet alles uit hun leven op chronologische volgorde gepresenteerd, maar leer je ze kennen in fragmenten. Als dat in een verhaal gebeurt, voelt dat dus als een betere weergave van een leven.
Als je nu opnieuw zou proberen een scenario te schrijven, welke lessen uit het maken van strips zou je dan meenemen?
Ik zou meer vertrouwen hebben in het publiek. Een van mijn problemen met dat eerste scenario was denk ik dat ik nog niet helemaal zeker wist hoe je een verhaal moet vertellen, dus legde ik een hoop uit – er was heel veel expositie – terwijl mijn strips zo kort zijn dat ik altijd gedwongen word een hoop weg te laten, maar alsnog lijkt de lezer ze te begrijpen.
Meer Jordan Bolton:
Interview met Beneficial Shock
Interview met It’s Nice That
Instagram